Een jonge knaap was het boerenleven beu;
dus ging hij weg en sloot zich aan bij de marine.
Zijn eerste cruise bracht hem naar de Stille Zuidzee, waarna hij bij een eiland stopte en ontdekte dat hij een papegaai was. Hij nam hem mee terug naar het schip en hield hem aan boord van het schip.
Na meer dan twintig jaar ging hij met pensioen bij de marine, dus gingen hij en zijn papegaai weg.
Terug naar landbouwgrond.
Hij besloot dat hij een kippenboerderij moest opzetten en jonge kippen en eieren moest verkopen.
Dit deed hij, en zie, de eerste ochtend om zes uur begon de papegaai te schreeuwen:
“zes klokken sloegen op het dek”,
“Zes klokken klonken op het dek”
Nou, de oude zeeman was behoorlijk boos en zei tegen de papegaai dat ik dit allemaal niet mag hebben, ik ben met pensioen en hoef niet meer zo vroeg op te staan.
Vanaf nu slaap jij dus buiten bij de kippen.
De volgende ochtend om 6 uur werd hij wakker en hoorde een groot geluid uit het kippenhok komen,
Hij gaat naar buiten, kijkt door het raam en ziet de papegaai een rode kip met één vleugel om de nek houden en hem met zijn andere vleugel van links naar rechts slaan, zeggende:
“Als ik witte kleding zeg, bedoel ik witte kleding”