Een man bestelde een spraakgestuurde robotauto die alles doet wat hij zegt, correct en zonder fouten.
Hij kreeg de auto en werd erg trots op wat de auto zonder fouten kon doen.
Op een dag was hij thuis en zijn vrouw zei tegen hem dat hij tegen de auto moest zeggen dat hij de kinderen van school moest gaan halen, omdat ze erg moe was.
De man stemde toe en zei tegen de auto:
“Auto! Ga mijn kinderen van school halen.”
De auto vertrok en kwam niet op tijd terug zoals verwacht, ze wisten dat er iets mis moest zijn.
Enkele uren later, zonder auto, werd de man ongerust.
Hij kleedde zich aan en maakte zich klaar om aangifte te doen op het politiebureau.
Toen hij en zijn vrouw naar buiten stapten, zagen ze de auto aankomen met een overlading kinderen.
De auto parkeerde vlak voor hen en zei:
‘Dit zijn uw kinderen, meneer.’
In de auto zaten de twee dochters van hun hospita, de twee zonen van hun koormeesteres, de dochter van de beste vriend van zijn vrouw, de zoon van hun pastoor en de twee zonen van hun buurman.
De vrouw die boos was, schreeuwde tegen haar man:
‘Vertel me niet dat dit allemaal jouw kinderen zijn!’
De man vroeg haar kalm:
“Kun je me eerst vertellen waarom onze kinderen niet in de auto zitten?”