Een man loopt de voordeur van een bar binnen, hij is duidelijk dronken, strompelt naar de bar, gaat op een kruk zitten en vraagt met een boer aan de barman om iets te drinken.
De barman laat de man beleefd weten dat hij blijkbaar al genoeg gedronken heeft, dat hij in deze bar geen extra drank kon krijgen en dat er een taxi voor hem kon worden gebeld?
De dronkaard wordt even verrast, spot dan zachtjes, moppert, klimt van de kruk af en wankelt de voordeur uit.
Een paar minuten later strompelt dezelfde dronkaard de ZIJdeur van dezelfde bar binnen.
Hij wiebelt naar de bar en roept om iets te drinken.
De barman komt langs en weigert, nog steeds beleefd, maar vastberadener, de man te bedienen vanwege zijn dronkenschap, en biedt opnieuw aan om een taxi te bellen.
De dronkaard kijkt even boos naar de barman, vloekt en loopt de zijdeur uit, al mopperend en hoofdschuddend.
Een paar minuten later stormt dezelfde dronkaard binnen via de ACHTERdeur van de bar.
Hij laat zich op een barkruk vallen, verzamelt zijn verstand en bestelt strijdlustig een drankje.
De barman komt langs en herinnert de man er nadrukkelijk aan dat hij duidelijk dronken is, geen drankje zal krijgen en dat er onmiddellijk een taxi of de politie zal worden gebeld.
De verraste dronkaard kijkt naar de barman en roept in hopeloze angst: ‘MAAAN! In hoeveel bars werk je?”