Een oude kerel vierde 92 jaar op deze aarde.
Hij sprak tegen zijn tenen.
“Hallo, tenen.”, zei hij.
“Hoe is het met je? Weet je, je bent vandaag 92. Oh, de tijden die we hebben gehad! Weet je nog hoe we in de zomer elke zondagmiddag door het park liepen? De keren dat we op de dansvloer walsden? Fijne verjaardag, tenen!”
“Hallo, knieën.”, vervolgde hij.
“Hoe is het met je? Je weet dat je vandaag 92 bent.
Oh, de tijden die we hebben gehad! Weet je nog toen we in de parade marcheerden?
Oh, de hindernissen die we samen hebben gesprongen. Gefeliciteerd met je verjaardag, knieën.’
Toen keek hij naar zijn kruis.
“Hallo, W!llie! Jij kleine klootzak. Denk maar na. Als je vandaag zou leven, zou je 92 zijn!!.