Een oudere man wil een baan, maar de voorman wil hem pas aannemen als hij een klein wiskundetestje heeft afgelegd:
“Hier is uw eerste vraag.” Zegt de voorman.
“Zonder cijfers te gebruiken, vertegenwoordig je het getal negen?”
“Zonder cijfers?”
Zegt de oude man. “Dat is makkelijk.”
En hij gaat verder met het tekenen van drie bomen.
“Wat is dit?” Vraagt de baas.
‘Heb je geen hersenen? Boom plus boom plus boom is negen.” Zegt de oude man.
“Redelijk.” Zegt de baas.
‘Hier is uw tweede vraag. Gebruik dezelfde regels, maar deze keer is het nummer 99?
De man staart een tijdje voor zich uit, pakt dan de tekening die hij zojuist heeft getekend, maakt een veeg op elke boom en geeft deze terug.
De baas krabt op zijn hoofd en zegt.
“Hoe krijg je dat in vredesnaam voor 99?”
“Elk van de bomen is nu vuil. Het is dus een vuile boom plus een vuile boom plus een vuile boom. Dat maakt 99.”
‘Oké, laatste vraag. Opnieuw dezelfde regels, maar vertegenwoordigen het getal 100?
De oude man staart weer de ruimte in; Vervolgens pakt hij de foto op, maakt een kleine markering aan de voet van elke boom en geeft hem terug.
De baas kijkt naar de foto van de man.
‘Je bent vast wel gek als je denkt dat dat honderd is?’
De oude man leunt naar voren, wijst naar de markeringen aan de voet van elke boom en fluistert.
“Er kwam een hondje langs en poepte bij elke boom. Dus nu heb je een vuile boom en een drol, plus een vuile boom en een drol, plus een vuile boom en een drol, wat 100 is.