April legde haar man uit hoeveel plezier ze hadden gehad op het strand tijdens haar ‘meisjesdag’-uitje.
‘Maar’, zei ze tegen hem, ‘voor mij eindigde het niet zo geweldig.’
“Waarom, wat is er gebeurd?” vroeg hij.
“Ik ging een duik nemen in het ruwe water, maar ik ging niet ver omdat de golven erg slecht waren.
Toen merkte ik plotseling dat door alle turbulentie de onderste helft van mijn bikini was uitgekleed.
Ik keek en zocht ernaar, maar het was weg, weg, weg!”
“In hemelsnaam, lieverd, wat heb je gedaan?”
“Doen? Waarom ik deed wat elke respectabele vrouw zou doen,…
… Ik bedekte mijn gezicht en ogen met mijn handen en rende zo snel als ik kon naar het strandhuis.’